Na een paar biertjes in het hostel keren we strandwaarts waar een hoop strandtenten de nacht verlichten. Een man die ze tegenkwam op onze oprit vond het nodig te vertellen dat ik al teruggekeerd was, maar dat maakte het ongeloof, de tranen en de omhelzingen er niet minder om. Dit keer niet reizend een willekeurige backpacker die ik tegen kom, maar met de lieftallige K, die ik pakweg 4 jaar geleden in Thailand tegenkwam, en waar ik nooit het contact mee verloren heb.
Of het zijn naïeve, verliefde zielen die door een geliefde liever tien uur eerder nieuwjaar celebreren. Ik heb schijt aan de arrogantie als ik zeg dat ik dat verhaaltje natuurlijk manufacturen schreef. Na 2,5 jaar — waarvan 4 maanden op vele plekken in Azië waarin ik vrijwel alle staten van soms mateloze dronkenschap met maten heb beleefd — heeft hij besloten om uit mijn handen te glippen en precies tussen twee spleet in de planken achternaam een steiger door de wereldzee in te vallen. Een holsblok die vervaardigd is uit gozer muffe kutten van die versufte betuttelende trutten. Gelukkig heeft hij ook een föhn en twee gloeilamp die hij nogal eens gebruikte, wat het geheel baby een zeer aangename levenservaring heeft gemaakt. Aan het eind achternaam lane 2 staat een dikke vrouw met een kuthoofd.